西安 Xi'an: treinen met ongemakkelijke situaties

31 maart 2014 - Xi An, China

In de trein aangekomen vinden we meteen onze slaapplaats. We hebben een rijtje van boven naar beneden geboekt, waarvan het onderste bed het enige bed is waar je rechtop kunt zitten. Op dat bed zit een mollig vrouwtje met een licht groene broek, een te strak doorzichtige geel shirt met geborduurde bloemetjes, een wit kraagje en pofmouwtjes. ‘Nihao’ zegt ze, en gaat ongestoord verder met het eten van haar mega ijsje. Wij vinden het een beetje ongemakkelijk, en wijzen haar erop dat ze op ons bed zit, waarop ze wijst naar het bed er tegenover. Dan moesten we daar maar gaan zitten. Klaar voor het standaard kruisverhoor.

‘Waar komen jullie vandaan?’ ‘Japan en Korea’ antwoorden mijn reisgenootjes. ‘Waar studeren jullie Chinees?’ ‘In Beijing.’ Met een blik als van “duh, we stappen hier op de trein, dat snap ik zelf ook wel” vraagt ze aan welke universiteit, hoelang en waarom. ‘Je kunt het verschil niet zien tussen Japanners, Koreanen of Chinezen,’ zegt ze op een gegeven moment. Mijn reisgenootjes laten blijken dat het met haar eens zijn, al weet ik dat dat niet klopt. Je kunt het namelijk wel heel goed zien: het te strakke truitje met pofmouwtjes verraad veel.

Waar ik vandaan kom is makkelijk te raden: ‘van ver’. Ze kijkt me aan, en ik zeg dat ik uit Helan[1] kom. ‘Henan?’ ‘Nee, Helan, je weet wel, dat kleine landje in het noorden van Europa, tussen Duitsland en Engeland’ ‘O.’  Ze heeft geen idee. ‘Noord Europa dus.’

Om eerlijk te zijn vind ik de slaaptrein de meest relaxte manier van reizen: je kunt prima slapen en zo verlies je weinig tijd met reizen, want slapen moet je toch. En het is goedkoper dan de sneltrein. Verder is het gezellig, iedereen kletst en eet er op los. Het gevoel van de rijdende trein maakt me rustig, net als een jankende baby die na een wandeling in de kinderwagen in slaap valt. Het landschap gaat rustig aan me voorbij en ik geniet van de gemoedelijke sfeer.

Om tien uur gaat het licht uit: bedtijd. Klimmend en kruipend weet ik een houding te vinden op mijn smalle en keiharde bed. Zes uur: het licht gaat aan. Een geur van pittige instant noodles trekt door de wagon. De vrouw in het bed naast me zit lekker te roggelen en verder wordt ik aangestaard door voorbijgangers met een verbaasde blik, vermoedelijk vanwege mij niet-Chinese uiterlijk: een buitenlanders op een plaats waar ze het niet verwachten. Gelukkig val ik weer in slaap. Als de trein hortend en stotend tot stilstand komt, schrik ik opnieuw wakker. Na ons eigen instant noodles ontbijt worden bij de hand genomen door onze nieuwe Chinese vriendin van de avond ervoor. Ze begeleidt ons naar een enorme rij, waar we volgens haar rustig moeten wachten.

In Xi’an haasten we ons naar de belangrijkste toeristische trekpleisters, zoals het Terracottaleger en de moslim buurt voor Xi’an’s beste eten. Verder wordt er een overdaad aan foto’s gemaakt. In het hostel is tijd voor meidenpraat, bier en taart. De volgende dag gaan we naar het Beilin Museum en we doen nog een rondje op de oude stadsmuur, waarna we ons haasten naar de moslimbuurt voor nog meer beroemd eten. We missen bijna de trein en zijn gedwongen met de riksja naar het station te gaan. Het was een hilarisch ritje, waarbij de ‘chauffeur’ al bellend door het drukke verkeer slingerde en wij steeds op het plastic raam sloegen en op urgente toon verzochten sneller te rijden. Helaas kon het ding niet harder.

In de trein terug maken we snel nieuwe vrienden: een groep collega’s uit Tianjin is een weekend weggeweest. Ze werken allemaal voor Pepsi en gedragen zich als familieleden. We kregen meteen bier in ons handen gedrukt, en bij bijna iedere slok werd geproost. We werden doodgegooid met allerlei Chinese gezegden en spreekwoorden en ondervraagd over het leven in ons land. Huizenprijzen is altijd een populair onderwerp. Ik wordt geacht om de prijs van een vierkante meter te weten, maar ik weet al niet wat een normaal huis in z’n geheel kost in Nederland, laat staan wat een vierkante meter kost.

Bij de wc raak ik in gesprek met grote dikke een man uit Beijing. Zijn Pekingnese accent is zo ontzettend zwaar dat ik totaal niet begrijp wat hij me probeert te vertellen. We komen zo ver als: we begrijpen elkaar niet, de een spreekt Pekingnees en de ander Standaard Chinees, dat is toch wel een wereld van verschil. Ik weet met een smoes weg te komen. Een half uur later komt hij naar me toe en geeft hij me een klein cadeautje uit Xi’an. Het blijkt een Chinese manier te zijn om de ongemakkelijke situatie van daarvoor te verzachten.

 

 

[1] Helan = Nederland, naar ‘Holland’. De uitspraak van Helan lijkt veel op die van Henan, wat een grote provincie is in China. 

Foto’s

2 Reacties

  1. Myrthe:
    9 april 2014
    Wij hebben die slaaptrein ook ooit genomen, maar dan de andere kant op! Haha, gelukkig zaten wij bij een stel jonge Amerikanen in de coupe, dan krijg je niet zo'n vragenvuur :P
    Veel plezier nog de laatste maandjes!! :) Weet je al wanneer je terugkomt?
    x Myrthe
  2. Christa:
    11 april 2014
    Hi Alexie, smullen weer, jouw verhalen, ben zo benieuwd naar de rest....
    Binnenkort heb ik ook wat te vertellen over Azië, het lijkt me helemaal toppie, zo'n zin in...
    Groet, Taante